Pedagogisch jeugdstrafrecht voor Caribisch Nederland in voorbereiding
De meest voorkomende strafbare gedragingen onder jeugdigen in Caribisch Nederland zijn diefstal en rijden zonder rijbewijs. Dat blijkt uit onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). Organisaties in de strafrechtketen zijn positief over de invoering van het jeugdstrafrecht in Caribisch Nederland. Hiermee wordt gekozen voor een opvoedkundige aanpak bij jeugdigen die strafbare feiten plegen.
Ter voorbereiding op de invoering van het jeugdstrafrecht in Caribisch Nederland deed het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) onderzoek naar de aard en omvang van de strafbare feiten die door minderjarigen en jongvolwassenen werden gepleegd in 2018. In totaal ging het om 105 jeugdigen in de leeftijdsgroepen van 12-18 en 18-21 jaar, die te maken kregen met justitie. De meest voorkomende strafbare feiten zijn diefstal en rijden zonder rijbewijs. Voor meer dan de helft van de jeugdigen was het de eerste keer dat zij in aanraking kwamen met justitie.
Uit het WODC onderzoek komt ook naar voren dat organisaties in de strafrechtketen positief staan tegenover de invoering van het jeugdstrafrecht op de BES-eilanden. Jeugdstrafrecht biedt meer mogelijkheden om jeugdigen goede hulp en begeleiding te bieden. Ketenpartners hebben zich al voorbereid op de uitvoering van het jeugdstrafrecht, bijvoorbeeld door cursussen en trainingen te volgen.
Jeugdstrafrecht: jongeren stimuleren tot positieve gedragsverandering
Hoewel het huidige strafrecht in Caribisch Nederland bijzondere bepalingen heeft voor jongeren tot achttien jaar, bestaat er nog geen apart jeugdstrafrecht. Dit leidt er regelmatig toe dat jongeren op dezelfde manier gestraft worden als volwassenen of dat jeugdzaken niet verder behandeld worden. Hierdoor krijgen jongeren niet de juiste begeleiding om herhaling te voorkomen.
Met de introductie van het jeugdstrafrecht komen er meer op jongeren afgestemde mogelijkheden om strafbaar gedrag aan te pakken. De voorbereidingen hiervoor zijn in volle gang. Naar verwachting wordt het jeugdstrafrecht nog dit jaar ingevoerd in Caribisch Nederland. Hiermee wordt aangesloten bij de uitgangspunten van het kinderrechtenverdrag (IVRK).
Kenmerkend voor het jeugdstrafrecht is de pedagogische aanpak en de ‘buitengerechtelijke afdoening’ voor lichte delicten, vergelijkbaar met de Halt-straf in Europees Nederland. Dit betekent dat een straf voor een licht delict zoals vernieling, schoolverzuim of rijden zonder rijbewijs, een opvoedend karakter heeft. Deze straf wordt buiten de rechtszaal afgehandeld, zodat een jongere niet direct een strafblad krijgt. Wel heeft zo’n strafmaatregel het doel om het gedrag op een positieve manier te beïnvloeden, de omgeving van de jeugdige te verbeteren en herhaling van crimineel gedrag te voorkomen.
Bij zware delicten kan jeugddetentie opgelegd worden. Dat is een gevangenisstraf voor jongeren en zal alleen voorkomen als uiterste middel, als er geen andere mogelijkheden zijn.