Caribisch Nederland duidelijker op de EU kaart rapporteert gezant Rijna
Speciaal gezant Edison Rijna heeft de staatssecretaris van Koninkrijksrelaties en Digitalisering Alexandra van Huffelen verslag uitgebracht over zijn werkzaamheden sinds zijn aanstelling per 18 april. Het rapport biedt inzicht in de aanpak van de gezant voor de Europese Unie, Verenigde Naties en economische ontwikkeling met Latijns-Amerika en het Caribisch gebied ten behoeve van de Caribisch Nederland.
Uit het verslag blijkt dat gezant Rijna met een groot aantal voor de economische ontwikkeling van Bonaire, Sint Eustatius en Saba relevante organisaties binnen en buiten het Koninkrijk – van ministeries tot EU-instituten - gesprekken heeft gevoerd om betrekkingen aan te knopen en gelijktijdig te verkennen waar nog niet benutte kansen liggen voor de eilanden
Uiteraard is ook met de bestuurders en Eilandsraden in Caribisch Nederland uitvoerig gesproken over de doelstellingen van het gezantschap, de prioriteiten en verwachtingen van de eilanden en hoe de onderlinge samenwerking het beste kan worden vormgegeven. Uit deze gesprekken is geconcludeerd dat het gezantschap zich in eerste instantie zal richten op vijf voor Caribisch Nederland essentiële aandachtsgebieden: klimaatverandering, connectiviteit, voedselzekerheid, duurzame energiebronnen en economische diversificatie.
Staatssecretaris Van Huffelen:
“Het gezantschap is opgericht met één duidelijk doel: bijdragen aan de duurzame economische ontwikkeling van Caribisch Nederland. Duurzame groei is van belang om de bestaanszekerheid van huidige en toekomstige generaties op de eilanden te vergroten. Ik beschouw het gezantschap als een kans om de belangen van Caribisch Nederland binnen de EU, VN en de regio effectiever te behartigen en om het gebruik van mogelijke fondsen door de eilanden te vergroten.”
Gezant Rijna:
“In mijn ronde langs allerlei organisaties is mij duidelijk geworden dat men er in het algemeen onvoldoende bewust van is wat men voor de eilanden kan betekenen. Sowieso is er een gebrek aan kennis over de eilanden en hun staatkundige positie, maar ook omgekeerd: wat de eilanden bijvoorbeeld voor de EU en EU-instellingen kunnen betekenen. Een van de eerste taken is dan ook ervoor te zorgen dat Caribisch Nederland beter op de kaart komt te staan.”