Consultatieproces WolBES en FinBES bijna afgerond
Bonaire, Sint Eustatius en Saba krijgen een permanente vertegenwoordiging in Den Haag en worden eerder betrokken bij maken van beleid en wetgeving. Het principe van ‘comply or explain’ blijft het uitgangspunt voor beleid en er komen verschillende niveaus van financieel toezicht voor de eilanden. Hiermee wordt maatwerk per eiland mogelijk. Dit zijn enkele van de belangrijkste afspraken die zijn gemaakt tijdens de werkconferentie WolBES en de FinBES. De eilandsraden en bestuurscolleges van Bonaire, Sint Eustatius en Saba hebben zich in De Bilt drie dagen gebogen over de herziening van de wetten die de bestuurlijke en financiële verhoudingen tussen Nederland en de drie eilanden regelen.
Om de eilanden beter te betrekken bij het opstellen van nieuwe wetten, wordt er een ambtelijke werkgroep opgericht bestaande uit vertegenwoordigers van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het ministerie van BZK. De werkgroep krijgt de opdracht om met voorstellen te komen op welke manier de betrokkenheid van Bonaire, Sint Eustatius en Saba in de verschillende fases van het beleids- en wetgevingsproces kan worden verbeterd.
Alexandra van Huffelen:
“Ik ben blij dat we in goede sfeer met elkaar zulke constructieve gesprekken hebben kunnen voeren. Ik ben ervan overtuigd dat de waardevolle inbreng van de eilanden, de wetsvoorstellen beter maken. Het was een succesvolle bijeenkomst waarin we over de inhoud van beide wetten overeenstemming hebben bereikt. We gaan onze afspraken de komende tijd gezamenlijk uitwerken.”
Versterking eilandsraden en bestuurscolleges
Een van de andere punten die besproken is, is de bezoldiging van eilandsraadsleden, gedeputeerden en gezaghebbers. Deze wordt verhoogd naar een niveau dat vergelijkbaar is met dat van decentrale ambtsdragers in Europees Nederland. Bij de aanpassing wordt rekening gehouden met de zwaarte van het takenpakket van de eilanden. Ook lokale factoren, waaronder kosten van het levensonderhoud worden meegewogen.
De functie van eilandsraadslid blijft een deeltijdfunctie. Het aantal eilandsraadsleden gaat vanaf de eerstvolgende verkiezingen (2027) stapsgewijs omhoog. In eerste instantie voor Bonaire van 9 naar 11, voor Sint Eustatius van 5 naar 7 en Saba van 5 naar 7. Tussentijds wordt geëvalueerd of verhogen van het aantal eilandsraadsleden nodig is bij de volgende verkiezingen (2031 en 2035). De eilandsraden krijgen ondersteuning om hun werkzaamheden goed uit te voeren. Hiervoor stelt het ministerie van BZK jaarlijks in totaal €350.000 beschikbaar voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Over het maximum aantal gedeputeerden is afgesproken een bandbreedte aan te houden van 3 tot 5 voor Bonaire, 3 tot 4 voor Sint Eustatius en 3 voor Saba.
Financieel toezicht
In de huidige wet is er één zwaar niveau van toezicht. Om de lokale autonomie te vergroten komen er verschillende niveaus van toezicht op de financiën en de begroting. De zwaarte van het toezicht wordt afhankelijk van de staat van de begroting en het financieel beheer. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de wens van de eilanden om te differentiëren.
Overige afspraken
Om de openbare lichamen in staat te stellen hun taken op een goede manier uit te oefenen, geldt het uitgangspunt dat Bonaire, Sint Eustatius en Saba structureel geld zouden moeten krijgen voor structurele taken. Dit sluit aan bij de adviezen van onderzoeksbureau IdeeVersa en de Raad voor het Openbaar Bestuur.
Vervolgproces
De wijziging van de WolBES en de FinBES is nodig om de bestuurlijke en financiële verhoudingen tussen de openbare lichamen en Europees Nederland te verbeteren. De werkconferentie was een extra stap in het consultatieproces rond de wetswijziging. Hierdoor hadden de eilanden langer de tijd om op de wetsvoorstellen te reageren. Na de werkconferentie krijgen de eilanden nog drie weken de tijd om te komen tot een finale, formele reactie. Daarna worden mede met de inbreng van de eilanden de wetsteksten uitgewerkt en gaan de wetten het vervolg traject in. De wetsvoorstellen worden na goedkeuring in de ministerraad voor advies naar de Raad van State gestuurd en gaan daarna naar de Tweede Kamer.