Brandstofvoorziening gewaarborgd
Om de levering van elektriciteit en drinkwater op Bonaire na 1 april 2026 te garanderen, moet de komende maanden de brandstofvoorziening op Bonaire worden verbeterd. Per 1 april 2026 zullen namelijk de tijdelijke vergunningen met verlaagde veiligheidseisen voor de twee bestaande brandstofopslaglocaties op Bonaire vervallen. De betrokken ministeries informeren de Tweede Kamer over de gewijzigde situatie en de rol van het Rijk aangaande de Bonairiaanse brandstofvoorziening. Het bestuurscollege van Bonaire informeert tegelijkertijd de Eilandsraad.
De nieuwe brandstofterminal op de locatie Airport Zuid kan niet meer op tijd worden gebouwd voordat de tijdelijke vergunningen van de bestaande brandstofterminals aflopen. Ook het draagvlak voor een brandstofopslag op deze locatie op de lange termijn ontbreekt. Om per 1 april 2026 een veilige brandstofopslag op Bonaire te garanderen, zullen de bestaande brandstofopslagen in Hato en bij de luchthaven worden opgeknapt om aan de oorspronkelijke veiligheidseisen te voldoen. De lokale partijen hebben aangegeven dat dit haalbaar is voor 1 april 2026. Voor de lange termijn brandstofvoorziening heeft het Openbaar Lichaam Bonaire (OLB) contact met een potentiële koper om een doorstart te maken van de failliete olieopslag in het noorden van het eiland.
Omdat BBT (Bonaire Bon Transition, 100% eigendom van het ministerie van KGG) op de korte en lange termijn geen nieuwe brandstofterminal meer gaat bouwen op Bonaire, wordt er een afbouwplan gemaakt om het deel van BBT, dat hiervoor opgericht is, op te heffen. Daarmee is er geen beleidsrol meer voor het Rijk in de brandstofvoorziening en wordt dit weer een eilandstaak. Een aandachtspunt hierbij is de 5 miljoen euro momenteel aanwezig in BBT met als doel “opslag brandstof” van Bonaire uit de regio-enveloppe. Verkend wordt op welke wijze deze middelen ingezet kunnen worden voor de brandstofvoorziening van Bonaire. Tevens wordt bezien of en hoe het deel van BBT dat een rol heeft in de verduurzaming van Bonaire kan blijven bestaan.