Afdeling scheepvaartinspectie Caribisch Nederland

De scheepvaartinspectie houdt toezicht op commerciële Nederlandse en buitenlandse zeeschepen, bemanningen, rederijen en klassenbureaus. Dit toezicht is verplicht volgens de IMO (internationale Maritieme Organisatie). De scheepvaartinspectie maakt deel uit de ILT en valt onder het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

De scheepvaartinspectie Caribisch Nederland richt zich met name op de veiligheid van schepen, bemanning, milieubescherming, bedrijfsvoering en belading voor Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba).

Er zijn kantoren zowel op Bonaire als Sint Eustatius. Het hoofdkantoor op Bonaire wordt gemanaged door hoofdinspecteur Koert Heidergott en het kantoor op Sint Eustatius door scheepvaartinspecteur Marniks Rink.

Ieder schip dat zich in de wateren van Caribisch Nederlands bevindt moet geregistreerd zijn. Dit geldt voor zowel de pleziervaart, de visserij als de commerciële vaart.

Pleziervaart en de visserij tot 12m

Plezier- en visserijschepen die geregistreerd zijn in Caribisch Nederland (Bonaire, Saba en Sint Eustatius), moeten voldoen aan de vaartuigenwet 1930 BES. Het toezicht op Bonaire, Sint Eustatius, en Saba wordt uitgevoerd door de havenmeesters. Zij beoordelen de schepen, en geven de nodige registratiekaarten.

Meer informatie over de havenkantoren op Bonaire, Sint Eustatius en Saba:

Commerciële vaart

Het toezicht op deze scheepvaart wordt uitgevoerd door de scheepvaartinspectie Caribisch Nederland. De inspectie houdt toezicht op de internationale commerciële vaart onder buitenlandse vlag (Port State Controle PSC) en op de internationale commerciële vaart onder Nederlandse vlag. (Flag State Controle FSC)

Inspecties buitenlandse zeeschepen (Port State Controle, PSC)

De ILT voert inspecties uit op zeeschepen met een buitenlandse vlag, in de havens en op de ankerplaatsen van Caribisch Nederland. Caribisch Nederland is lid van het Caribbean MoU on Port State Control. Dit is een samenwerkingsverband tussen verschillende Caribische landen, met als doel, schepen die niet voldoen aan internationale veiligheidsnormen te weren.

Alle deelnemende landen voeren PSC-inspecties op dezelfde manier uit. Hierdoor wordt er een gelijk speelveld gecreëerd en bevorderd binnen de regio. De inspecteurs controleren of schepen voldoen aan eisen op het gebied van veiligheid, milieu en arbeidsomstandigheden. Zoals is afgesproken in regels van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO).

Inspecties Nederlandse schepen (Flag State Control)

Inspecties van zeeschepen met de Nederlandse vlag gebeuren in Caribisch Nederland net zoals in Nederland. Lees verder over inspecties van Nederlandse zeeschepen.

Wetgeving en Caribische codes

Voor zeeschepen die opereren rond de Caribische eilanden, gelden onder meer de internationale regels van Solas en Marpol. Daarnaast zijn er nog twee specifieke internationale codes:

  1.  SCV-code: Deze code is van toepassing op passagiers- en vrachtschepen met een lengte tussen 5 en 24 meter.
  2. CCSS-code:Deze code is van toepassing op vrachtschepen langer dan 24 meter maar kleiner dan 500 GT.

Schepen die onder een van deze codes vallen, moeten voorzien zijn van een certificaat dat bij deze codes behoort.

De meest recente versies van de codes en de Nederlandse maritieme wetgeving staan op  de website van Netherlands Regulatory Framework (NeRF).

Bemanningseisen voor schepen onder de CCSS- en de SCV-code

Voor elke vorm van commerciële activiteit is het vereist dat niet alleen het schip is gecertificeerd, maar ook de bemanning. Schepen die vallen onder de conventies en de CCSS moeten voldoen aan de voorschriften van de STCW-conventie met betrekking tot bemanning.

Voor schepen die onder de SCV-code vallen, moet de bemanning beschikken over de juiste certificering, zoals Boatmaster 3, 2 of 1, afhankelijk van de specifieke eisen die in de SCV-code zijn vastgelegd.

Eisen zeeschepen geregistreerd in Caribisch Nederland

Voor lokale schepen die binnen de vastgestelde gebiedsgrenzen opereren zijn de regels opgenomen in de Regeling veiligheid zeeschepen”, met name in bijlage 6 art 41b. Deze regels zijn ook te vinden in de Nederlandse wetgeving.

Schepen die aan deze regels voldoen, kunnen in aanmerking komen voor een Nationaal Veiligheidscertificaat. Het vaargebied waarvoor dit geldt is in de “Regeling veiligheid zeeschepen” per eiland omschreven en reikt tot enkele mijlen van de kust.

Boatmaster, diploma’s en vaarbewijzen

Het behalen van de benodigde Boatmaster-diploma’s kan worden gedaan bij een door Nederland erkende instelling. Om dit diploma om te zetten naar een Boatmaster-vaarbewijs, is tevens een VHF-certificaat nodig, dat te verkrijgen is bij de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur. Afhankelijk van het Boatmaster-vaarbewijs is ook een medische keuring, of verklaring van een huisarts vereist. Het kan zijn dat er een bewijs nodig is van opgedane vaartijd. Dit kan met een monsterboekje, en als dit niet beschikbaar is, met een verklaring van de werkgever of een verklaring van de havenmeester. Daarnaast kan het zijn dat er een basic safety training moet worden gevolgd.

Wanneer alle benodigde document zijn  verzameld voor het aanvragen van een Boatmaster-vaarbewijs, dan kan het aanvraagformulier ingevuld worden en samen met de benodigde documenten kan dit gemaild worden naar de scheepvaartinspectie Caribisch Nederland (nsicn@rijksdienstcn.com), die het uitgeven van de vaarbewijzen verzorgt voor Boatmaster 1, 2, en 3. Voor overige documenten, CoC’s en monsterboekje kan men terecht bij het KIWA.

Download: Statement Sailing Time Boatmaster

Meer informatie

Voor meer informatie: ILT/Scheepvaart, afdeling scheepvaartinspectie Caribisch Nederland.

Email

nsicn@rijksdienstcn.com

Tel

+599 7900413