Campagne huiselijk geweld: Mishandeling

In deze film staan we stil bij zowel fysiek als geestelijk geweld. Dion ziet op school hoe liefdevol de moeder van een van zijn vriendjes is. Het is in schril contrast met wat hij thuis meemaakt. Zijn moeder wijst hem voortdurend af en slaat hem met regelmaat. Dion krijgt geen warmte, genegenheid of veiligheid geboden.

Vaak hebben mensen de neiging om ouders die hun kinderen slaan te veroordelen en hen slechte ouders te vinden. Deze ouders hebben echter hun eigen geschiedenis en zijn vaak zelf ook als kind mishandeld. Daardoor hebben ze geen goed beeld hoe je als ouder op een positieve manier met je kind kan omgaan. Vanuit hun machteloosheid grijpen ze dan terug op wat ze kennen, hoewel ze diep in hun hart graag anders zouden doen. Als je deze ouders hun verhaal laat doen en bijvoorbeeld aan hen vraagt wat voor verwachtingen ze van zichzelf hadden als ouder toen hun kind net geboren was, hoor je vrijwel altijd dat ze goed voor hun kind willen zorgen en het geen schade willen toebrengen. In de narratieve therapie wordt aandacht geschonken aan het probleem van je anders gedragen naar je kind dan je eigenlijk wilt. Het probleem zit in het gedrag, en je bent als persoon meer dan dat. Het is mogelijk om je gedrag te veranderen. Je kan bij het CJG hulp krijgen om op een andere manier met je kind om te gaan.

'Mishandeling kan langdurig negatieve effecten hebben op de emotionele ontwikkeling van een kind. Het aangaan van harmonische relaties met anderen kan voor deze kinderen nu en later moeilijk worden.'

Wij hebben Areina Martina een aantal vragen gesteld. Zij is werkzaam bij JGCN oftewel Jeugdzorg en specialiseert zich in de narratieve benadering. In het bijzonder op het gebied van huiselijk geweld, kindermishandeling en dader begeleiding.

Areina, stel dat je geconfronteerd wordt met de casus uit de film. Hoe pas je dan de narratieve benadering toe. Met andere woorden hoe zou jij hulp verlenen?

Binnen de narratieve therapie benadering werken wij  met een ‘vraaggerichte sturing’. Sturing vindt plaats aan de hand van vragen in plaats van het ongevraagd geven van advies. Het eigen verhaal en de eigen idealen zijn hierin belangrijk. Ik ga het dialooggesprek aan met het kind èn de moeder met aandacht voor de onderlinge relatie en context. Aan de moeder zou ik bijvoorbeeld vragen of het door haar toegepaste geweld ook door haar als een probleem wordt ervaren. Hoe kijkt zij hiertegen aan? Benoemt zij wat er gebeurt ook als ‘geweld’? Zo nee, hoe noemt zij het? Zo ja, welk geweldsverhaal of -verhalen heeft zij? Welke idealen had zij bij de geboorte van dit kind en nu? Aan het kind stel ik soortgelijke vragen.

Door het stellen van deze vragen ontrafelen wij samen met de moeder en het kind hoe er in verhalen en constructies wordt gedacht. En hoe deze verhalen en constructies meervoudig, divers of zelfs tegenstrijdig kunnen zijn. Bijvoorbeeld frustratie ervaren maar tegelijkertijd goede voornemens hebben. Deze benadering brengt in kaart hoe de moeder, het kind en de hulpinstantie in verhouding tot elkaar en de omgeving staan. Welke afstemming garandeert meer samenwerking en veiligheid? Belangrijk is hoe overtuigend het toekomstverhaal van de moeder en het kind is en in hoeverre de zorginstantie de wensverhalen van moeder en kind kan steunen.

Anders gezegd: in deze dialooggesprekken ondersteun ik het eigen verhaal en ideaal. Zegt dit verhaal alles over wie ze is? Hoe is zij geworden tot wie ze nu is? Hoe kunnen wij dat op een positieve manier doorbreken? Wanneer is het voor haar kind veilig? Wat is het belangrijkste wat er op dit gebied bereikt moet worden? Wie uit de eigen omgeving kan helpen om de idealen te realiseren? En komen deze idealen tegemoet aan de veiligheidseisen van de instanties.
Als de cliënt, de dader of het slachtoffer, enkel met het probleem wordt geassocieerd, werkt het stigmatiserend en (extra) beschamend. Met meervoudige verhalen versterken we de samenwerking.

Mishandeling

Alternatieven en verdieping

Naast het stellen van vragen kan ik bij het kind spelenderwijs op zoek gaan naar veiligheid. Zou een superheldpop of een knuffelbeer kunnen helpen? Maar het kan ook zijn dat we met klei een vorm, grootte en kleur geven aan het probleem. Zo leggen we letterlijk het nare gevoel, de akelige ervaringen afzonderlijk (los van het kind) op tafel om deze apart te onderzoeken.

In deze aanpak heb ik aandacht voor het (verhaal van het) kind en de volwassene. Immers ook deze moeder is gevormd door haar opvoeding, omgeving, normen en waarden. Als zij is grootgebracht in een onveilige omgeving kan het soms moeilijk zijn om zelf op een goede en verantwoordelijke manier op te voeden. Hoe groot was de veiligheid in haar opvoeding? Wat had zij als kind gewenst?

'Wat je leert herkennen van je eigen opvoeding, omgeving en herinneringen, alles wat je heeft gevormd maar mogelijk ook heeft beschadigd. Dat inzicht helpt je in het maken van andere keuzes en ontwikkelen van idealen en waardes.'

Een alternatief is dat ik na dit gesprek een brief aan de moeder en het kind schrijf waarin ik een samenvatting van het gesprek geef. Ze kunnen dan teruglezen hoe ze hun idealen en acties tot uitvoer kunnen brengen. In het bijzonder komen de positieve gevoelens naar voren zoals zorgzaamheid, verbondenheid en liefde. Ik benadruk de positieve kennis en vaardigheden van beiden naast het label van de “slechte ouder” en ‘slachtoffer’ en varieer dus in meervoudige zin. 

Areina, kan je de achtergrond van de therapie iets meer toelichten?

Narratieve therapie gaat uit van het principe dat ons gedrag ontstaat vanuit hoe wij zijn gevormd en is gericht op doorbreken van oude patronen. We gaan uit van het principe dat ons gedrag meervoudig is en wordt bepaald door eigen verhalen en verhalen uit de omgeving. Verhalen die we met elkaar delen en die in ons hoofd vastzetten en soms onszelf gevangen zetten. Ik ontwikkel met cliënten en hun omgeving in feite nieuwe maar vooral ook eigen bevrijdende verhalen. 
Er wordt geput uit de kennis van de hulpvrager zelf, dat zorgt voor ruimte om positieve gedachten, hoop en intenties uit te spreken.

  • Mishandeling