Toespraak minister-president Evelyn Wever-Croes op Aruba
Vandaag, 19 december 2022 is een historisch moment: Slaafgemaakte Arubanen worden vandaag met terugwerkende kracht erkend als mensen die het recht hadden om vrij te zijn. Zij hadden het recht op vrijheid en zelfbeschikking, maar dit werd hen ontnomen. De nazaten van slaafgemaakten worden vandaag door de Nederlandse staat erkend als slachtoffer van misdaad tegen de mensheid, historisch leed dat tot op de dag van vandaag doorwerkt in onze samenleving en binnen ons Koninkrijk. Als we het in Aruba hebben over slavernij, over deze misdaad tegen de mensheid, dan hebben we het over zowel de transatlantische slavernij, als de zgn. ‘rode’ slavernij, want ook de Amerindianen die hier woonden zijn tot slaaf gemaakt door kolonisatoren die hier voet aan wal hebben gezet. En dit geldt ook voor nazaten van slaven wier voorouders elders, dus niet op Aruba, in slavernij leefden. Uw geschiedenis is ook de onze.
Het economisch model geheten ‘kolonisatie’, is een model die de afkomst en identiteit van de geketenen hebben verpletterd en verminkt. Ketenen uit het verleden, die de manier hoe wij met elkaar in het heden omgaan blijven bepalen, bewust of onbewust, en die ons, gewild of ongewild, onlosmakkelijk maken van elkaar. Het is immers een gedeelde verleden, die niet uitgewist, noch vergeten kan worden, en het slavernijverleden op ons eiland is hier een voorbeeld van. Tot op de dag van vandaag zorgt dit gedeelde verleden voor wrijving binnen ons Koninkrijk. En ook nu weer is er onenigheid over de wijze waarop de datum 19 december tot stand is gekomen. Ook wij werden hiermee overvallen toen wij van het voornemen op de hoogte werden gesteld amper acht weken geleden, zonder dat we daarbij deugdelijk betrokken waren, en zonder dat wij hier zelf klaar voor waren.
Het liefst hadden we hier aanwezig alle nazaten van tot slaaf gemaakten, en alle organisaties die hun belangen vertegenwoordigen, want daar gaat het vandaag om. Nazaten van de mensen die ineens ontheemd werden van familie, land, cultuur en tradities. Mensen die in hun thuisland een naam hadden, een moeder en een vader hadden, families die helemaal zijn ontwricht. Mensen die voor 1 juli 1863 alleen een voornaam hadden, en daarna ineens ook een achternaam kregen.
Ten aanzien van Slavernijverleden Aruba:
De regering van Aruba beseft dat slavernij, en de nawerking daarvan in Aruba, geen populair onderwerp is. Het is tot op heden een onderbelicht hoofdstuk van onze geschiedenis. Het onderwerp slavernij en de omvang daarvan worden door velen zelfs tot op de dag van vandaag ontkend. Er over spreken leidt voor sommigen tot gevoelens van ongemak. Maar toch hebben veel van onze voorouders met slavernij te maken gehad. Hetzij als slaafgemaakte of als eigenaar, ‘sea como catibo of Shon di catibo’. En veel families op Aruba zijn nazaten van beide.
We weten dat halverwege de negentiende eeuw één op de vijf Arubanen in slavernij leefden, en dat ook op Aruba slaafgemaakten streefden naar vrijheid. Maar beseffen we hoe slavernij doorwerkt in ons denken over erfgoed dat gerelateerd is aan slavernij? Om maar een voorbeeld te noemen, het gebruik van onze taal, Papiamento werd ontmoedigd door de koloniale overheid omdat het een onwaardige slaventaal was.
Vanwege deze onbekendheid en het ongemak met dit deel van onze geschiedenis heeft de Minister van Financiën en Cultuur op 1 juli van dit jaar een werkgroep in het leven geroepen, om het onderwerp Slavernij onder de aandacht van het volk te brengen. Het ministerie heeft in augustus een documentaire geproduceerd “Historia di sclavitud na Aruba”, geschiedenis van slavernij in Aruba. We zijn de dialoog gestart met de verschillende organisaties, en zullen deze voortzetten en het aantal deelnemers steeds uitbreiden. Het Nationaal Archief Aruba houdt het archief van het slavernijverleden bij, zowel fysiek als digitaal. En middels hedendaagse technologie wordt de informatie beschikbaar gesteld aan de onderzoekers en aan de burgers, de nazaten, want iedereen heeft het recht om van haar of zijn afkomst te leren, en dit kan alleen mogelijk worden gemaakt als de noodzakelijke informatie toegankelijk en beschikbaar is. Daarmee wordt het voortbestaan van de informatie gegarandeerd.
Ten aanzien van 19 december-verklaring Nederland
Ja, ook onze voorkeur was om dit moment op te schuiven naar 1 juli volgend jaar, en ook onze voorkeur is dat zowel wij in Aruba, als belangenorganisaties binnen het Koninkrijk nauwer betrokken worden bij het proces tot nu toen. Maar dat neemt niet weg dat elk welgemeend excuus, altijd welkom is. En daarom zijn wij vandaag hier.
We kunnen ons verleden niet veranderen, maar juist om te voorkomen dat we dezelfde fouten blijven herhalen moeten we deze accepteren. Hierdoor kunnen we een beter beeld krijgen van waar we vandaan komen. Met als gevolg dat we in het heden, en in de toekomst, bewustere keuzes maken.
Het is ook om deze reden dat we de Nederlandse Staat erkentelijk zijn dat deze eerste stap wordt ondernomen.
Ik vind echter dat het niet alleen bij woorden moet blijven. En dat vandaag niet een “punt” moet zijn, maar een “komma”. Aruba vindt dat na de erkenning en het excuus vandaag, een gezamenlijk proces van heling en herstel moet volgen, welke uiteindelijk moet uitmonden in verzoening.
Ten aanzien van Heling, Herstel en verzoening
En hierbij zijn belangrijke aanbevelingen gedaan door de dialooggroep Slavernijverleden, in het rapport Ketenen van het Verleden. En zoals de voorzitter mw. Dagmar Oudshoorn correct aangaf, zijn het geen aanbevelingen van de groep, maar samenvattingen van aanbevelingen welke door vele organisaties in de loop der jaren zijn gedaan.
Ook door Caricom zijn aanbevelingen gedaan in “Caricom Ten Point Plan for Reparatory Justice. From appology to action”. Niet alle aanbevelingen zijn toepasselijk voor Aruba, maar er zijn wel ingredienten voor een richtlijn, ook voor Aruba van heling, naar herstel, naar verzoening. Dit is een keerpunt in de geschiedenis binnen het Koninkrijk want we hebben nu de kans om op een collectieve wijze en als gelijkwaardige landen samen aan een betere toekomst te werken.
Het slavernijverleden werkt door in de politieke samenwerking binnen het Koninkrijk, in economische ongelijkheid, in onderwijs, taal en cultuur. Middelen moeten ter beschikking worden gesteld om, onder andere, onderzoek te stimuleren en faciliteren, onderwijsmateriaal te maken om onze jeugd beter te informeren en om de doorwerking van het slavernijverleden te laten helen. Want helaas, de geschiedenis kunnen we niet terugdraaien.
Naast het erkennen van het slavernijverleden moet het helen van de emotionele pijn en trauma veroorzaakt door het kolonialisme ook worden besproken. Ik spreek daarom de hoop uit dat op 1 juli 2023 – 160 jaar na de afschaffing van de slavernij – hiervoor een concreet plan is uitgewerkt en dat Aruba, net als Curacao, Sint Maarten, Bonaire, Saba, Statia en Suriname, betrokken worden in de totstandkoming daarvan. Sterker nog, dat de regie mede in handen ligt van de Caribische landen en eilanden. De Arubaanse regering zal daar in volle overtuiging aan meewerken en wil daarbij de groepen en organisaties in de samenleving betrekken, waar het proces daadwerkelijk om gaat. Ook het Parlement van Aruba, en onze instituties. We hebben huiswerk te doen en dat willen we samen doen. Dan pas kunnen we spreken over een nieuw begin.
Aanbevelingen voor het pad wat wij tesamen in Aruba, en in het Koninkrijk zullen bewandelen zijn er dus in overvloed. Nu moeten we zorgen voor de daden. Van excuus naar aktie! En het is aan onze generatie om dit te bewerkstelligen, bijna 160 jaar nadat 480 Arubanen vrij werden verklaard. Slavernij mag geen bron van schaamte mag zijn, maar een bron is van trots en kracht; een bewijs van vastberadenheid om een menswaardig leven te leiden en naar vrijheid te streven. Onze voorouders verdienen het om erkend te worden. Zij verdienen onze waardering, want het streven naar vrijheid is de kern van onze Arubaanse geschiedenis, zoals we ook tijdens de strijd om de Status Aparte hebben laten zien, en zoals we ons sinds 1986 hebben bewezen als klein, maar daadkrachtig land.
Daarom is 19 december 2022 een historische dag en het begin van de weg naar heling, herstel en verzoening. Ik houd u, de Nederlandse regering, aan de vandaag gedane belofte.
Met uw toestemming, richt ik mij tot de Arubaanse bevolking in het papiaments.
Awe ta un dia historico, un dia cu hopi di nos antepasadonan a soña cu lo bira realidad. Awe Gobierno Hulandes ta reconoce cu sclavitud tabata un crimen contra humanidad, y ta ofrece disculpa pa esaki.
Pero e no ta keda na awe so, of na un disculpa so. Hulanda a indica cu lo cana hunto cu Aruba, y demas pais y islanan cu tabata su colonianan, pa yega na un trayecto di restaura, recupera y reconciliacion.
Apesar cu nos a wordo sorprendi cu e intencion aki ni dos luna pasa, y apesar cu nos lo a prefera di ta mas envolvi den e proceso importante aki, nos ta considera e dia di awe un paso historico, pasobra un disculpa sincero, semper ta ta bon bini.
Y nos por mira cu ainda tin rasgo di sclavitud, den nos pais, den Reino, y den su institutonan.
Den e trayecto nos dilanti, tanto na Aruba como den Reino, nos lo envolve mas tanto organisacion posibel, tambe nos Parlamento y otro institutonan. E intencion di Gobierno di Aruba ta pa 1 di juli 2023, momento cu nos ta conmemora y recorda 160 aña cu a kibra e cadenanan di sclavitud den Reino, cu nos tin un plan concreto, con e proceso di restaura, recupera y reconcilia lo ta pa Aruba.
Recomendacionnan con pa haci esey, tin de sobra. Aña pasa, e dialooggroep Slavernijverleden a entrega e rapport “ketenen” na Gobierno di Hulanda, y Caricom tambe a publica un lista di 10 recomendacion “Caricom Ten Point Plan for Reparatory Justice. From apology to action”, Pues tin hopi idea.
Nos no por cambia historia, pero nos generacion tin e oportunidad unico awor pa coregi esaki, y haci lo corecto. Di disculpa pa accion!
Conta cu nos lo tene Gobierno di Hulanda na su palabra, duna awe!