Handhavingacties ILT en RWS bij BOPEC op Bonaire
Bonaire Petroleum Corporation N.V. (BOPEC) krijgt tot 5 januari 2018 de tijd om te bewijzen dat ze de ernstige achterstanden in het onderhoud kunnen aanpakken. Als dat niet lukt, dan moet het bedrijf van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) begin februari 2018 de brandstoftanks en leidingen leeg maken.
Deze handhaving loopt gelijk op met de handhaving van Rijkswaterstaat (RWS) die is gericht op het gebruik van de steigers van BOPEC. Zonder zicht op verbetering mag BOPEC van RWS vanaf mei 2018 dan ook geen brandstoffen meer laden of lossen vanaf een schip. Dat schrijven de ILT en RWS in twee brieven aan het olieopslagbedrijf namens de minister en staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat.
BOPEC is een opslagbedrijf voor stookolie dat sinds 1974 op Bonaire is gevestigd. Het bedrijf heeft sinds 2014 een milieuvergunning, maar kampt met grote achterstanden in het onderhoud aan opslagtanks, steigers, leidingen en elektrische installaties. Dit leidt tot grote veiligheid- en milieurisico’s.
De ILT en RWS hebben BOPEC tijdens de inspectie in april 2017 al gewaarschuwd, waarop het bedrijf een herstelplan, het zogenoemde ‘terminal recovery plan’, heeft opgesteld. BOPEC, een dochterbedrijf van het Venezolaanse PDVSA, beschikt echter niet over voldoende financiële middelen om dit plan uit te voeren.
BOPEC levert ook de brandstof voor de energiecentrale van Bonaire. Om deze levering te kunnen blijven garanderen is een Taskforce ingesteld waarin de ministeries EZK, BZK en IenW nauw samenwerken met het openbaar lichaam Bonaire. Daarnaast werkt de Taskforce ook aan een structurele verbetering van de energievoorziening van Bonaire.
Sinds 2013 worden inspecties uitgevoerd bij de drie op- en overslagbedrijven van brandstoffen op Bonaire (BOPEC, Curoil Hato en Curoil Airport), omdat het eiland eind 2010 een bijzondere Nederlandse gemeente is geworden. Deze inspecties worden door de ILT gezamenlijk uitgevoerd met RWS en de brandweer (Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond namens Brandweer Caribisch Nederland).